Het verbruik en de uitstoot bij het rijden zijn in belangrijke mate afhankelijk van de manier waarop je rijdt. Een sportieve rijstijl met veel optrekken en afremmen kost je al snel 35% meer aan brandstof dan bij een normale rijstijl.
Met ecodriving bespaar je op brandstof, verslijt de wagen minder en wordt minder CO2 uitgestoten.
Tien tips om je hierbij te helpen:
1. Sneller schakelen. Schakel snel naar een hogere versnelling. Schakel bij een toerental dat bij voorkeur lager is dan 2500 toeren. Nieuwe auto's geven vaak aan wanneer het tijd is om van versnelling te veranderen.
2. De gepaste snelheid kiezen. Op de autosnelweg is 10 à 15 km/uur trager rijden al goed voor een verlaging van net verbruik met 1 liter per 100 km. De tijdswinst door sneller te rijden is zogoed als verwaarloosbaar. ook een gelijkmatige snelheid beperkt het verbruik. is het rustig op de baan, dan kan de cruise control functie hierbij helpen.
3. Anticiperen. Kijk zo ver mogelijk vooruit. Wanneer je een obstakel of een kruispunt nadert, laat het gaspedaal dan los. Blijf uitbollen in dezelfde versnelling en schakel pas wanneer je opnieuw wil versnellen. Omdat de wielen op dat moment de motor draaiende houden is er geen verbruik.
4. Het gewicht beperken. Onnodig gewicht zorgt voor een hoger verbruik. Laat dus geen onnodige bagage in de auto slingeren en verwijder het bagagerek, de dakkoffer of de fietsenhouder als je deze niet gebruikt.
5. De luchtweerstand van je wagen beperken. Een bagagerek, dakkoffer of fietsenhouder verhogen ook de luchtweerstand (de aerodynamische weerstand) van je wagen. verwijder ze als je ze langere tijd niet gebruikt. Omwille van die luchtweerstand monteer je een fietsenhouder beter achteraan dan boven op het dak. Ook het rijden met een open raampje of een open dak verstoort de aerodynamiek en leidt tot een hoger verbruik.
6. De bandenspanning controleren. Elke autoband, ook een nieuwe, verliest maandelijks ongeveer 0,15 bar. Een te lage spanning veroorzaakt niet enkel een hoger verbruik, maat zorgt ook voor minder grip op de weg. Elke maand je bandenspanning even controleren is dus geen overbodige luxe. In de meeste tankstations kan je dit zelf doen.
7. De motor stilleggen bij korte stops. Al vanaf 30 seconden stilstand (bij een spoorwegovergang, om iemand op te pikken, ...) is het beter om de motor uit te zetten. Sommige nieuwe wagens stoppen de motor automatisch.
8. Het energieverbruik beperken. Accessoires zoals airco of zetelverwarming doen het energieverbruik fors toenemen. Ook bij het gebruik van mistlampen en achterruitverwarming stijgt het energieverbruik. Gebruik ze dus enkel indien echt nodig. Een koude motor warmt beter op als je er onmiddellijk - maar rustig - mee rijdt. Laat je motor dus niet eerst enkele minuten stationair draaien, zelfs op koude ochtenden.
9. De beschikbare apparatuur gebruiken. De toerenteller of boordcomputer helpen om de juiste versnelling te kiezen. Met cruise control kun je gemakkelijker een gelijkmatige snelheid aanhouden.
10. Regelmatig onderhoud. Sla best geen onderhoudsbeurt over. Gebruik olie van goede kwaliteit en ververs ze regelmatig. vervang ook op de aangegeven tijdstippen de lucht- en oliefilter (en de bougies). Een vuile luchtfilter kan het verbruik met 10 procent doen toenemen.
Met ecodriving bespaar je op brandstof, verslijt de wagen minder en wordt minder CO2 uitgestoten.
Tien tips om je hierbij te helpen:
1. Sneller schakelen. Schakel snel naar een hogere versnelling. Schakel bij een toerental dat bij voorkeur lager is dan 2500 toeren. Nieuwe auto's geven vaak aan wanneer het tijd is om van versnelling te veranderen.
2. De gepaste snelheid kiezen. Op de autosnelweg is 10 à 15 km/uur trager rijden al goed voor een verlaging van net verbruik met 1 liter per 100 km. De tijdswinst door sneller te rijden is zogoed als verwaarloosbaar. ook een gelijkmatige snelheid beperkt het verbruik. is het rustig op de baan, dan kan de cruise control functie hierbij helpen.
3. Anticiperen. Kijk zo ver mogelijk vooruit. Wanneer je een obstakel of een kruispunt nadert, laat het gaspedaal dan los. Blijf uitbollen in dezelfde versnelling en schakel pas wanneer je opnieuw wil versnellen. Omdat de wielen op dat moment de motor draaiende houden is er geen verbruik.
4. Het gewicht beperken. Onnodig gewicht zorgt voor een hoger verbruik. Laat dus geen onnodige bagage in de auto slingeren en verwijder het bagagerek, de dakkoffer of de fietsenhouder als je deze niet gebruikt.
5. De luchtweerstand van je wagen beperken. Een bagagerek, dakkoffer of fietsenhouder verhogen ook de luchtweerstand (de aerodynamische weerstand) van je wagen. verwijder ze als je ze langere tijd niet gebruikt. Omwille van die luchtweerstand monteer je een fietsenhouder beter achteraan dan boven op het dak. Ook het rijden met een open raampje of een open dak verstoort de aerodynamiek en leidt tot een hoger verbruik.
6. De bandenspanning controleren. Elke autoband, ook een nieuwe, verliest maandelijks ongeveer 0,15 bar. Een te lage spanning veroorzaakt niet enkel een hoger verbruik, maat zorgt ook voor minder grip op de weg. Elke maand je bandenspanning even controleren is dus geen overbodige luxe. In de meeste tankstations kan je dit zelf doen.
7. De motor stilleggen bij korte stops. Al vanaf 30 seconden stilstand (bij een spoorwegovergang, om iemand op te pikken, ...) is het beter om de motor uit te zetten. Sommige nieuwe wagens stoppen de motor automatisch.
8. Het energieverbruik beperken. Accessoires zoals airco of zetelverwarming doen het energieverbruik fors toenemen. Ook bij het gebruik van mistlampen en achterruitverwarming stijgt het energieverbruik. Gebruik ze dus enkel indien echt nodig. Een koude motor warmt beter op als je er onmiddellijk - maar rustig - mee rijdt. Laat je motor dus niet eerst enkele minuten stationair draaien, zelfs op koude ochtenden.
9. De beschikbare apparatuur gebruiken. De toerenteller of boordcomputer helpen om de juiste versnelling te kiezen. Met cruise control kun je gemakkelijker een gelijkmatige snelheid aanhouden.
10. Regelmatig onderhoud. Sla best geen onderhoudsbeurt over. Gebruik olie van goede kwaliteit en ververs ze regelmatig. vervang ook op de aangegeven tijdstippen de lucht- en oliefilter (en de bougies). Een vuile luchtfilter kan het verbruik met 10 procent doen toenemen.